Vanochtend samen in het bos.
Zij, op reis uit de burn-out terug naar herstel. Uit het hoofd komen,
zo uitgeput, van het zoeken naar grip en controle.
Zoekend en tastend ontdekken,
de reis terug naar leven in verbinding met hoofd, hart en lichaam.
Zo mooi om mee op te mogen lopen.
In het bos op adem komen.
Opnieuw, of bewuster, oefenen in het waarnemen.
Je zintuigen je (weer) laten helpen, contact maken met je lichaam.
Kijken, luisteren, voelen, ruiken.
Wat is het teer.
Het kleurende, neerdwarrelende blad.
De dauwdruppels aan het ragfijne web.
De zwammetjes op rottend hout.
Zo teer allemaal.
Het raakt.
Ze vertelde van het Bijbelwoord gisteren
‘het wormpje van Jakob en het volkje Israël’ dat niet hoeft te vrezen.
Ongedacht komen ze samen
de Bijbelwoorden en de beelden in de natuur.
Teer zijn is niet zwak,
was haar ontdekking:
het is zacht zijn,
kwetsbaar durven zijn
in plaats van hard,
nog het meest naar en over onszelf.
Kleine stapjes, niet te snel,
in jouw tempo gaat het goed.
Wat een cadeau op de maandagochtend.
We zijn (aan)geraakt!